![]() Een meneer op leeftijd kijkt mij met grote ogen aan. Zijn ogen lijken angstig en schieten heen en weer, ze worden zelf wat vochtig. Ik vraag hem wat er is. Hij lijkt het niet te kunnen verwoorden hij schudt met zijn hoofd, zijn kin bibbert, hij houdt zijn lippen strak op elkaar. Iets in mij vertelt mij dat ik even de tijd moet nemen en niet moet weg gaan terwijl het juist zo druk is op de werkvloer. personeelstekort en hoge werkdruk eisen hun tol. Ik overweeg en besluit te blijven. Ik pak de heer zijn hand, hij trekt zijn hand terug. Ik zoek bij mijzelf wat ik zou kunnen inzetten voor deze meneer. Normaal ben ik de gene van de aanrakingen een hand, een arm om iemand heen, een aai over de rug, hier lijkt het niet te werken. Liefdevol aanwezig zijn, gewoon even niks, even weg kijken van wat er speelt. Buiten zie ik de boom toppen wuiven in de wind en zie een vogel zweven op thermiek. Meneer zijn ogen gaan ook die kant op en ik voel dat de rust wat lijkt te komen. Ik voel terwijl ik meneer niet aanraak dat de spanning een beetje zijn lijf verlaat. Toch wacht ik nog even met mijn vraag. Bewust adem ik uit en ook deze beweging wordt gevolgd. meneer ademt ook uit en het lijkt nog meer van zijn spanning mee te nemen. Dan zegt hij zachtjes dankjewel.. Ik besluit mijn vraag opnieuw te stellen. Meneer zegt dat hij altijd hard heeft gewerkt en alles van zichzelf heeft gevraagd. Akkers heeft hij omgeploegd en het harde werken heeft zijn tol geëist. zijn lijf wil niet meer en doet niet meer wat hij zou willen. In zijn gezicht lees ik een momentje van een trotse stoere man wat over gaat in onmacht en pijn. Onmacht om wat hij niet meer kan. Tja, antwoord ik dat is wat het leven soms van ons vraagt. Meneer schud nee, dat is het niet hij vertelt dat hij zich er wel bij neer te willen leggen maar vele collega's denken daar anders over. Ze willen dat hij zichzelf tot het uiterste geeft zodat hij zijn mobiliteit behoud. Soms moet hij sneller of verheffen ze zelfs hun stem tegen hem. Het maakt hem nog verdrietiger dan dat hij al is. Het maakt hem soms zelfs angstig waardoor hij verstijft en uit onmacht gaat vloeken. Ik luister nog steeds. Er gaat veel door mijn hoofd. het liefst gun ik deze man de rust en de tijd en de vertraging van mijn collega's die deze meneer zo nodig heeft. Hij wil namelijk wel maar soms gaat het niet meer en gaat alles op slot. Mijn keuzes en advies liggen voor mij klip en klaar maar dan de rest van het team. Zij hebben geleerd dat mobiliseren zo belangrijk is. Daarin kan ik mijzelf ook soms heel goed vinden maar in mij zit ook een soort waarheid, met opgeven is niks mis. Het opgeven is, kijken naar je grenzen, ze herkennen en aangeven. Afbakenen heet dat ook wel met een mooi woord. Tegenover mijn overtuiging staat soms de overtuiging van een ander die kijkt naar alles wat er nog mogelijk is, er uit halen wat mogelijk is, Deze collega's zijn ook vaak wat harder voor zichzelf. hebben geleerd dat met hard werken de top te bereiken is. En bovendien tijdens de opleiding hebben ze niets anders vernomen dat alles wat een cliënt zelf kan moet je instant houden. In mijn ogen is deze meneer tot het gaatje geweest en verdient hij een stukje rust, gemak en ook een stukje opgeven zeker na een lang leven. Meneer wat heeft u nodig van mij en mijn collega's. Hij blaast een lang ingehouden adem uit. Hij kijkt mij aan zijn ogen zijn nu zachter er staan tranen in. Hij zegt, het vertrouwen in mijn lijf is weg, ik wil wel maar kan soms niet meer. Kan je dat ook aan je collega's vertellen .vraagt hij dan en wil je ook vertellen dat ik niet boos ben maar dat het me soms zo zwaar valt wanneer ze mij aansporen om dingen toch te doen. I .
0 Reacties
![]() Zoveel, schrijf ik, omdat ik inmiddels niet meer weet hoeveel jaar geleden het is dat ik voor het eerst naar Lorelei ging. Alsof tijd inmiddels iets is wat niet meer bij mij hoort, terwijl je ‘vroeger’ de klok op mij gelijk kon zetten. Er is machtig veel veranderd sinds ik voor het eerst, heel erg onzeker, mijn eerste stapjes deed in de wereld van vrouw zijn. Ik kan het nog steeds een beetje voelen. Die onzekerheid van toen. Opgelaten liep ik tussen de vrouwen door, die zingend en klappend een warm welkom brachten voor de deelneemsters, op weg naar het ceremonieveld. De aftrap van wat komen zou, door een wapperend doek rechtstreeks de baarmoeder in. De baarmoeder, een plek die voor mij verbonden was met pijn, verdriet en vooral schaamte. Vrouw zijn, had ik mijzelf heel veel jaren wijsgemaakt, stond gelijk aan zwak zijn. Mijn kwetsbare vrouwelijkheid was wel het laatste wat ik van mijzelf wilde laten zien. En toch stond ik daar. Wel aan de rand van het veld, want in de schaduw zou het zoveel prettiger zijn. In het midden van het veld, tussen al die andere vrouwen, zou ik immers in de volle zon staan en het was al zo’n warme dag. Waar ik toen aan voorbij ging, omdat ik het simpelweg toen nog niet kon zien, was de symboliek van de plek die ik gekozen had. Aan de rand van het veld, want ik wist nog helemaal niet of ik hier wel bij durfde horen. Bij die lachende, zingende, dansende vrouwen in hun mooiste rokken, jurken en stralende zelf. Het voelde voor mij veiliger in de schaduw, handen diep in mijn broekzakken gestoken, zodat ik naast iets koeler, ook vooral niet zichtbaar zou zijn, want wie zat er nou op mij te wachten? Ik, lelijk eendje, hoorde hier toch helemaal niet bij? In de jaren die achter mij lagen had ik vooral geprobeerd te voldoen aan het plaatje van wat ik dacht dat er van mij verwacht werd. Eigenlijk had ik helemaal geen plaatje over of van mezelf gehad tot die tijd. Ik had vooral geleerd dat ik mijn mannetje moest staan als alleenstaande moeder in een wereld die voor mij nooit passend voelde. In de schaduw werkte ik hard zodat de mannen in de wereld om mij heen in het zonnetje konden staan. Wat ik zelf misschien wilde, mijn eigen ideeën, plannen, dromen, ambities of wat dan ook, dat deed er al heel lang niet meer zo toe. Het leven was hard, er moest hard gewerkt worden om brood op de plank te toveren, de woning te betalen en mijn kind alles te bieden wat ik zelf in mijn leven niet gekend had. Ik leefde voortdurend vanuit een gevoel van niet voldoende zijn, vanuit schuld en schaamte om die vrouw die er ergens diep van binnen in mij verstopt zat en vooral niet gezien mocht worden. Heel veel workshops heb ik tijdens dat eerste festival niet gedaan. Maar minder is soms meer en in mijn geval was dat ook echt zo. De workshop van Paulien Hartog waarbij ik mijn mannelijk en vrouwelijk deel op mocht stellen, zette onwijs veel in beweging en tekent het moment waarop mijn vrouwelijk deel eindelijk ook eens heel even in het licht mocht staan. Voor het eerst kon ik de vrouw die overduidelijk in mij aanwezig was, zien en voelen en begrijpen waarom ik dat mannelijke deel zo hard nodig had gehad. Op de laatste dag van het festival had ik zelfs het gevoel dat ik continue door een liefdevol en zacht licht omringd werd. En sindsdien is ze nooit meer weggegaan. Die vrouw. Het heeft mijn leven zoals het toen was volledig overhoop getrokken. Ik heb heus nog wel geprobeerd om mijn oude, vertrouwde rol weer op te pakken. Maar zij, die vrouw in mij, was niet meer van plan om zich aan de regels te houden en zich te verschuilen. Zij had geproefd aan hoe het was om in dat licht te staan. Zij had laten zien hoe krachtig kwetsbaarheid is en hoe mooi en sterk vrouw zijn kon zijn. Ik was simpelweg niet meer dezelfde Yvonne Wortman van voor het festival. Sindsdien is er ontzettend veel veranderd. De wereld die ik ooit de mijne noemde, is niet meer mijn wereld. Ik kan het niet meer. ‘Mijn mannetje staan’. Het hoort niet meer bij mij en telkens als ik het toch nog een keertje probeer, word ik door mijn lijf rigoureus teruggefloten. In de afgelopen jaren heb ik verschillende rollen op Lorelei vervuld. Allemaal rollen die ik als even belangrijk zie en die nodig geweest zijn voor mijn ontwikkeling. Eerst was ik de deelneemster die in korte tijd deelgenoot werd, daarna ging ik met Paulien mee als medewerkster, terwijl ik ondertussen ook nog steeds die deelneemster bleef, want zo gaat dat op Lorelei. Daarna ben ik als vrijwilligster meegegaan en dit jaar ga ik opnieuw als medewerkster naar Lorelei. Alleen nu niet meer onder de vleugels van Paulien. Want dit jaar kom ik terug als medewerkster om dat aan te bieden waar ik goed in ben. Lichaamsgericht werken in combinatie met dat o zo belangrijke luisterende oor. Massages geven die al lang niet meer vanuit die mannelijke energie gestuurd worden, maar juist getekend worden door de vrouwelijke, helende energie die mij inmiddels zo eigen geworden is. En al dat, gewoon in het licht en misschien wel midden op het veld. Je vindt ons, Paulien en mij, op het healingveld. ik als holistisch energetisch masseur, energy EFT’er, coach en luisterend oor voor een ieder die daar zin of behoefte aan heeft. Wat Paulien gaat doen, gaat zij zelf nog wel vertellen in een volgend bericht. Nieuwsgierig geworden? Meer weten? Neem dan alvast een kijkje op www.veelgoeds.com of www.loreleifestival.nl ![]() Soms denk ik dat ik dit leven of de wereld niet meer begrijp. Heel wat jaren terug, de tijd dat ik op de basisschool zat, voelde ik mij vaak een buiten beentje. Daar ik linkshandig was en daardoor niet met die fel begeerde vulpen mocht en kon schrijven, omdat je hand dan vlekken zou maken op papier De meisjes in de klas lakschoentjes droegen en ik Donald Duck schoenen met spekzolen droeg omdat die beter waren voor je voeten. Ik was ook dat meisje wat vaak op de gang stond omdat ik het niet zo makkelijk vond om lang stil te zitten of omdat ik de "verkeerde" vragen stelde. Die momenten op de gang voelde ik mij door god en iedereen verlaten. Was ik bang dat de directeur op de gang zou verschijnen en ik er nog meer van langs zou krijgen terwijl ik geen idee had wat ik fout had gedaan. Op het voortgezet onderwijs wat het niet veel anders. Ik hoef niemand uit te leggen wat het met een kind doet wanneer je jezelf buitengesloten voelt. Je maakt of een terugtrekkende beweging of je maakt je groter dan groot. Inmiddels is het op heel veel scholen zo dat je niet meer buiten op de gang gezet mag worden. En ook in de gezondheidzorg gelden momenteel andere regels. Mag je iemand niet meer separeren of vrijheid beperkende maatregelen opleggen. Dat was toen ik in de zorg begon te werken een heel ander verhaal. Wanneer een cliënt toentertijd gesepareerd werd voelde ik mijn eigen pijn en probeerde alles in werk te stellen om de separatie maar zo kort mogelijk te laten zijn. Momenteel bestaan er gelukkig allemaal regels die dit uitsluiten haast onmogelijk maken. Daar zijn wetten en regels voor gemaakt. Nu moet je allerlei formulieren invullen en handtekeningen verzamelen om een cliënt zijn of haar vrijheid te beperken. Ik snap nu ook dat wanneer mensen onbegrepen gedrag laten zien dit mij vaak zo aangrijpt. En ik kan echt de pijn weer opnieuw voelen wanneer deze mensen medicatie krijgen aangereikt om dit gedrag te beperken. Ook dit voelt voor mij dikwijls als separatie. Zoals je inmiddels wel kunt lezen gaat het over mijn pijn. En met mijn inzicht op mijn pijn probeer ik anderen daar voor te behoeden. En gelukkig ben ik daar niet alleen in. Vele zorgmedewerkers ,wetenschappers en politici zijn mij voorgegaan. Zij hebben samen beleid gemaakt en bedacht hoe het ook anders kan. En door mijn opleiding systemisch werken weet ik als geen ander dat uitsluiten niet werkt. Door uitsluiten ontstaan er allerlei dynamieken die niet wenselijk zijn. En deze dynamieken kunnen juist weer zorgen voor onbegrepen gedrag. Wat voor mij de oplossing zou kunnen zijn er opnieuw weer met liefde naar kijken en alles te omarmen wat er is. Hoe mooi zou de wereld er weer uit kunnen zien als we dat met ze allen zouden kunnen ook tijdens deze pandemie. https://www.youtube.com/watch?v=3GmKdeBKpnk Het zwarte schaap, het buitenbeentje of de plaag van de familie... Ben jij er eentje? Je bent de droom van al jouw voorouders! De zwarte schapen van een familie zijn eigenlijk bevrijders van hun stamboom. Familieleden die zich niet aanpassen aan familieregels of tradities, degenen die voortdurend proberen om overtuigingen te revolutioneren. Degenen die wegen kiezen die in strijd zijn met de platgetreden paden van familielijnen, degenen die worden bekritiseerd, beoordeeld en zelfs afgewezen. Deze worden geroepen om het gezin te bevrijden van repetitieve patronen die hele generaties frustreren. Deze zogenaamde “”zwarte schapen” degenen die niet passen, degenen die huilen van rebellie, repareren, ontgiften en creëren nieuwe bloeiende takken in hun stamboom. Talloze onwerkelijke verlangens, gebroken dromen of gefrustreerde talenten van onze voorouders manifesteren zich door deze opstand. Voor inertie zal de stamboom er alles aan doen om het neutrale en giftige verloop van de stam te behouden, wat de taak van de rebel moeilijk en tegenstrijdig zal maken. Stop met twijfelen en zorg voor je zeldzaamheid ′ als de kostbaarste bloem in je boom ’. Jij bent de droom van al je voorouders.
|